Seksuele stoornissen

Van de seksuele stoornissen zijn binnen de DSM-V drie categorieën te onderscheiden:
• seksuele dysfuncties,
• genderdysforie
• parafilieën

Seksuele dysfuncties zijn stoornissen in de seksuele responscyclus, dit betekent dat de fysiologische en psychologische reacties op seksuele prikkels verstoord verloopt. Dat kan zijn, erectiestoornissen en te vroege zaadlozing bij de man, orgasmestoornis of pijn bij het vrijen bij vrouwen, 

Genderiteit gaat over de subjectieve beleving van iemand als man of als vrouw. Is de genderiteit geheel of gedeeltelijk het tegenovergestelde van het biologische geslacht (objectief waarneembaar geslacht) dan spreekt men van een genderdysforie.

Parafilieën
Het begrip parafilia is afgeleid van de Griekse termen ‘para’ en ‘filia’, wat betekent ‘naast’ en ‘liefde’. Er wordt mee uitgedrukt dat er een afwijking (para) is in datgene waartoe de persoon zich aangetrokken (filia) voelt; een atypische seksuele oriëntatie of seksuele liefde voor ongewone objecten. Voorbeelden van parafilieën zijn exhibitionisme, fetisjisme, frotteurisme, pedofilie, voyeurisme, seksueel masochisme en sadisme.

Een aantal van deze parafilieën zijn strafbaar. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat deviante seksuele interesses en hyperseksualiteit risicofactoren zijn voor seksueel delinquent gedrag en recidive.

Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht stelt de volgende seksuele gedragingen strafbaar:

  • verkrachting,
  • aanranding,
  • ontucht met kinderen jonger dan een bepaalde leeftijd of in een afhankelijkheidsrelatie,
  • het schenden van de eerbaarheid en het aanbieden, vervaardigen of verspreiden van pornografie met kinderen onder een bepaalde leeftijd.

Mensen die strafbaar seksueel gedrag vertonen, zijn niet per definitie psychisch gestoord; aanranding en verkrachting is meestal ernstig anti-sociaal gedrag. Er is echter een kleine categorie mensen die een seksuele stoornis hebben die parafilie wordt genoemd.

Iemand die bijvoorbeeld probleemloos fetisjisme als normaal kan waarderen en hier niet onder lijdt, heeft geen seksuele stoornis. Lijdt iemand echter wel onder fetisjisme dan spreekt men van een seksuele stoornis en is behandeling aangewezen. Deze ambivalentie geldt ook bij travestie, voyeurisme, frotteurisme en consensuele SM. Echter, voor pedofilie, voyeurisme, exhibitionisme, frotteurisme en seksueel-sadisme met een niet-instemmende partner, geldt dat de diagnose ook kan worden gesteld als iemand naar deze drang heeft gehandeld, ongedacht of hij er zelf onder lijdt of dat er andere sociale of functionele beperkingen zijn. Dit zijn de zogenoemde strafbare parafilieën. Bij de strafbare parafilieën gaat de DSM- V dus wel uit van een “psychische stoornis”, omdat sociale en beroepsmatige conflicten en beperkingen altijd wel verbonden zijn aan het delinquente gedrag, ook al is er geen subjectieve lijdensdruk. Juridisch is dan de grens overschreden van dwang, manipulatie, exploitatie, vernedering en inperking van de zelfbepaling van de ander, zoals bijvoorbeeld bij pedofilie, exhibitionisme en obscene telefoongesprekken.