Dwangstoornis
Mensen met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS) hebben last van dwanggedachten (obsessies) en/of dwanghandelingen (compulsies).
Je voelt de spanning in je hoofd en in je lichaam toenemen als je bepaalde dingen niet op een vastgestelde manier doet. Dwanghandelingen komen vaak samen voor met dwanggedachten. Je probeert eigenlijk door bepaalde handelingen te doen te voorkomen dat er iets naars gebeurt. Iets waar je bang voor bent.
Mensen met dwang proberen ook vaak situaties te vermijden die dwanggedachten of dwanghandelingen uitlokken. De dwangstoornis kan lichte of ernstige vormen aannemen.
BDD (Body Dysmorphic Disorder)
Mensen met BDD zijn ervan overtuigd dat er iets mis is met (een deel van) hun uiterlijk. Vaak gaat het om goed zichtbare delen van het lichaam, zoals delen van het gezicht en hoofd: de neus, oren, ogen, huid, kin, haar en lippen of mond. Ze zijn bijvoorbeeld te groot of te klein, niet symmetrisch genoeg, te vlekkerig of puisterig, te ver ingevallen, te bleek of te dun. Dat gaat veel verder dan onzekerheid, waar pubers bijvoorbeeld veel last van hebben.
Als je BDD hebt, ben je van mening dat een bepaald deel van je lijf heel erg onaantrekkelijk, of misvormd is. Je walgt er soms zelfs van. Deze ‘verstoorde lichaamsbeleving’ kan voor veel problemen zorgen. In de loop der tijd kan de inhoud van de obsessie veranderen, of kunnen er obsessies bij komen.
Mensen met BDD besteden veel tijd aan het bekijken en onderzoeken van hun onvolkomenheden. Ze kijken steeds in de spiegel, in etalages of proberen het lichaamsdeel te verbergen of zelfs te veranderen. Uit onderzoek is gebleken dat vrij veel mensen in de wachtkamer van de plastisch chirurg eigenlijk last hebben van een verstoorde lichaamsbeleving. Ze denken dat een operatie hun probleem zal oplossen. Helaas is dat eigenlijk nooit het geval. Het echte probleem los je er niet mee op, maar dat is vaak lastig om te aanvaarden. Zeker in een maatschappij waarin alles maar ‘perfect’ moet zijn.
BDD kan zorgen dat je geen normaal leven meer kunt hebben. Veel mensen met BDD worden somber en angstig en raken soms in een sociaal isolement.
Smetvrees
Als je smetvrees hebt, heb je een obsessieve angst om vies of besmet te raken. Hierdoor heb je vaak de dwang om urenlang schoon te maken of te douchen. Je kunt ook erg vies zijn van dingen, bijvoorbeeld de stofzuiger. Dan ben je zo bang voor alles dat in aanraking is gekomen met de stofzuiger dat je die niet meer wilt aanraken. Of je doucheritueel is zo uitgebreid en ingewikkeld geworden, dat je bijna niet meer onder de douche vandaan komt. Dat je voorwerpen, ruimtes en mensen uit de weg gaat, kan voor problemen zorgen. Mensen die last hebben van smetvrees weten vaak wel dat de reinigingsrituelen helemaal niet nodig zijn. Maar het gevoel van besmetting en de dwang om viezigheid weg te poetsen kunnen zo sterk zijn dat je er met je gezonde verstand niet tegen kunt vechten.
Smetvrees komt in allerlei gradaties voor: het kan een kleine rare gewoonte zijn, of het kan je hele leven beheersen. Veel mensen vinden deurklinken lastig, omdat iedereen daar met zijn handen aan zit. Dat wil niet meteen zeggen dat je smetvrees hebt. Als je geen enkele deur meer opent zonder een zakdoekje te gebruiken wordt het probleem al wat lastiger. En als je hele doen en laten bepaald wordt door of iets schoon of vies is, dan is het verstandig hulp te zoeken.
Twijfelzucht
De op een na meest voorkomende dwanggedachte is twijfelzucht. De dwanghandeling die hier bij hoort is de controledwang. De patiënt twijfelt bijvoorbeeld, of hij de deur heeft gesloten, of het raam op slot zit, of hij een bepaald woord correct uitgesproken of goed gelezen heeft. De twijfel betreft meestal onbetekenende zaken. De dwanghandeling die bij de twijfelzucht hoort, is het controleren. De patiënt moet vele malen controleren of de deur dicht zit en moet deze steeds weer opnieuw aandrukken, om zich zeker te stellen dat de deur wel echt in het slot zit, terwijl hij weet dat de deur allang is gesloten.
Of hij twijfelt of de kraan goed aangedraaid is en niet nadruppelt. Deze twijfel wordt pas weggenomen als de kraan vele malen en met grote kracht is dichtgedraaid. Hoewel de patiënt weet dat de deur gesloten en het raam dicht is, keert de twijfel onmiddellijk terug na het (weer) gecontroleerd te hebben. Zo wordt hij telkens gedwongen om te blijven controleren.
Tenslotte kan de twijfel zeer vreemde vormen aannemen: zo kan de patiënt het gevoel hebben dat hij iemand op een kruispunt heeft overreden, of op de grote weg over iemand heen is gereden. De patiënt moet dan terug naar die plek om zich zeker te stellen, dat er geen ongeluk heeft plaatsgevonden. Dat kan veel tijd gaan kosten.
Agressieve dwanggedachten.
Een derde veel voorkomende dwanggedachte heeft een agressieve inhoud: de gedachte dat men een kind aan een keukenmes moet rijgen, de impuls mensen uit te moeten schelden in de kerk, te moeten schreeuwen tijdens een concert. Hoewel deze gedachten alle voor de patiënt afschrikwekkend zijn, hij beseft dat zij agressief, gênant, wreed of afstotend zijn, kan hij deze niet uit z'n hoofd zetten. Vrijwel nooit wordt aan deze dwanggedachten toegegeven. Er zijn geen specifieke handelingen die aan deze gedachten zijn gekoppeld.
Een Dwangstoornis is goed te behandelen met EMDR. Zie hiervoor EMDR en/of maak een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.